– 5 kleuren katoen naar keuze (Catania / Phildar Cotton 3)
– haaknaald 3,5.
Patroon
1. Start met het haken van 4 lossen. Sluit deze met een halve vaste.
2. Haak dan 1 losse en hierna nog 7 vasten in de ring. (totaal dus 8 steken). Hecht af.
3. Met een nieuwe kleur ga je nu ‘clusters’ van 3 stokjes maken, in iedere vaste 1 cluster. Begin met 2 lossen, hierna maak je een stokje half af (het laatste onderdeel van het stokje, n.l. draad overhalen en door de 2 lussen halen, achterwege laten.) Je haakte met de lussen nog op de haak het derde stokje en ook deze maak je half af, zie foto.
4. Dan de draad omslaan en in 1 keer door alle lussen haken. Dit noem ik een ‘cluster’.
5 en 6. Doe ditzelfde in de volgende vaste uit de vorige toer: 3 stokjes half afmaken en dan in 1 keer draad omslaan en door alle lussen halen. Zo ga je door tot je 8 x 3 clusters hebt. Haak steeds een losse tussen anders gaat je werk bol staan.
7. Hecht af met een halve vaste.
8en 9. Je gaat nu hetzelfde doen als de vorige toer, alleen in alle tussenruimtes uit de vorige lichtblauwe toer steeds 2 clusters van drie stokjes. Steeds 1 losse er tussen iedere cluster.
10. Sluit af met een halve vaste.
11 en 12. Nieuwe kleur aanhechten en weer starten met 2 lossen (eerste halve afgemaakte stokje), dan 4 half afgemaakte stokjes in dezelfde ruimte en samen haken. Let op: dan 2 steeds lossen haken tussen de clusters. anders gaat hij bol staan..!
13 en 14. In de volgende ruimtes weer een cluster van 5 half afgemaakte stokjes. Herhaal tot einde.
15. Hecht af.
16. Hecht een nieuwe kleur aan. Nu ga je steeds afwisselen: 3 vasten in de tussenruimtes van de vorige toer, 1 vaste bovenop de cluster van de vorige toer zie (foto 16), dan weer 3 vasten in de tussenruimte,
1 vaste bovenop. Herhaal tot het einde en hecht af met een halve vaste.
17. De draad uit de vorige toer haak ik altijd een paar steken mee. Hier zie je de achterkant van het haakwerk; ik knip hem steeds weer af. Het kan ook met een maasnaald, maar dit gaat sneller 😉
18. Hecht een nieuwe kleur aan in het midden van de 3 vasten uit de vorige toer voor de schulprand. Je begint zo: 2 lossen en dan 4 halve stokjes in dezelfde ruimte. 1 vaste overslaan.
19. Sluit bovenop de ene vaste uit vorige toer met een halve vaste. 1 vaste overslaan
20 en 21. Dan weer in het midden van de 3 vasten uit de vorige toer: 5 halve stokjes, vaste overslaan. enz.
22. Hecht af. Ik doe dit altijd zo (want je wilt niks zien bij de onderzetter) Maak een knoopje na het sluiten van de laatste steek met een halve vaste.
23. Steek de haaknaald in de eerste steek van deze toer en trek het draad en knoopje er door.
24. De voorkant ziet er nu zo uit. Ja, zoek de afhechting.. 🙂
25. De achterkant werk ik af met een dunnere haaknaald: trek de draad door een paar steken van de schulprand en knip af.
Is klaar.
oma crochet